dinsdag 25 september 2012

iOS6; nog maar even niet?

Ik vraag me af hoeveel collega's er al zijn ingetuind. En of ze zich bekocht voelen of het allemaal juist wel best vinden. Gewoonlijk kun je er nauwelijks een buil aan vallen, die witte cijfertjes in rode rondjes die zich vrijwel dagelijks op het scherm van de iPad vertonen ten teken dat er weer updates beschikbaar zijn voor een of meerdere apps. Vaak negeer ik ze en wordt het cijfer steeds hoger. Totdat ik uiteindelijk een keer toegeef óf weer wat ongebruikte apps verwijder waarvan ik niet meer weet waarom ik ze had. Stom gedoe ook met die updates, je kunt ze haast niet weigeren en doorgaans heb je er niks aan. Maar ze zijn, als het goed is, tenminste niet schadelijk.

dinsdag 11 september 2012

11 jaar geleden

Ik weet het nog goed. Tenminste, mijn herinneringen zijn sterk. Het was in ieder geval ook een dinsdag, net als vandaag. Dat kan niet anders, want ik wérkte er alleen op dinsdag. En de hele mediatheek werd verlicht door de zon die scheen op het grote raam. Een beetje zoals vandaag eigenlijk. Althans, zo herinner ik het mij. Dat het muisstil was in de mediatheek weet ik wel zeker. De meeste voltijders waren al weg, alleen een enkeling zat rustig te werken, en de deeltijders moesten nog komen. Kortom, het moet een uur of 3 ’s middags geweest zijn toen Pabostudente Marieke B. de mediatheek binnenliep en vertelde dat er een vliegtuig op het World Trade Centre was gestort. Nieuws dat ik in eerste instantie voor kennisgeving aannam. Dat het om zoiets groots ging, dat drong nog niet tot me door. Dat even later nog een tweede vliegtuig hetzelfde lot zou ondergaan, daarvan had ik natuurlijk ook nog geen weet.

De stilte in de mediatheek was verstoord. Wat ik nog herinner is mijn honger naar informatie en mijn frustratie omdat die niet bevredigd werd. Het internet was urenlang zwaar overbelast. De website van het Brabants Dagblad was nauwelijks bereikbaar en liep in het meest gunstige geval gewoon vast. Hetzelfde gold voor de sites van diverse andere kranten en internetradiostations. Van de deeltijdstudenten werd ik ook niet veel wijzer; ook zij kenden maar een deel van het verhaal. Pas ’s avonds laat, thuis voor de televisie en weg van de frustratie over het onbereikbare internet, drong pas goed tot me door wat er gebeurd was.

De mensen in de torens informeerden de buitenwereld met hun telefoon, erbuiten stonden ze het gebeuren te filmen. Er was nog geen Twitter en geen Youtube. Hoe anders zou dat nu gaan? Zouden de slachtoffers zichzelf filmen en hun laatste boodschap nog snel op Youtube zetten? Zou elke seconde van de ramp via Twitter te volgen zijn? Of via Facebook?

Je moet er eigenlijk maar niet aan denken.