De stilte in de mediatheek was verstoord. Wat ik nog herinner is mijn honger naar informatie en mijn frustratie omdat die niet bevredigd werd. Het internet was urenlang zwaar overbelast. De website van het Brabants Dagblad was nauwelijks bereikbaar en liep in het meest gunstige geval gewoon vast. Hetzelfde gold voor de sites van diverse andere kranten en internetradiostations. Van de deeltijdstudenten werd ik ook niet veel wijzer; ook zij kenden maar een deel van het verhaal. Pas ’s avonds laat, thuis voor de televisie en weg van de frustratie over het onbereikbare internet, drong pas goed tot me door wat er gebeurd was.
De mensen in de torens informeerden de buitenwereld met hun telefoon, erbuiten stonden ze het gebeuren te filmen. Er was nog geen Twitter en geen Youtube. Hoe anders zou dat nu gaan? Zouden de slachtoffers zichzelf filmen en hun laatste boodschap nog snel op Youtube zetten? Zou elke seconde van de ramp via Twitter te volgen zijn? Of via Facebook?
Je moet er eigenlijk maar niet aan denken.
Je moet er eigenlijk maar niet aan denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten