Dagje LOOWI

Hoewel het geven van workshops Informatievaardigheden al jaren tot mijn kerntaken behoort, had ik tot voor kort nog nooit gehoord van het Landelijk Overleg Onderwijs Wetenschappelijke Informatie (LOOWI), een werkgroep van de NVB waarin informatiespecialisten van universiteiten en hogescholen overleggen over, en ik citeer, "het geven van onderwijs en instructie in het omgaan met wetenschappelijke informatie aan medewerkers en studenten". Binnen Fontys moet zoiets natuurlijk een key user group of special interest group heten, want dat staat interessanter. Maar nee, de NVB, de B staat voor good old 'bibliotheken',heeft gewoon werkgroepen. Gelukkig ontdekte ik deze specifieke werkgroep nog nét op tijd om deel te kunnen nemen aan de speciale themabijeenkomst Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs die op 7 november werd georganiseerd bij de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) en die ik samen met collega Nathalie heb bezocht.

De dag werd bezocht door pakweg 45 mannen en vrouwen die ongeveer dezelfde (deel)taak hebben; studenten (en docenten) instrueren in het bronnenonderzoek. Leuk om eens te horen dat dat op veel manieren kan. Stiekum was het ook wel leuk om te horen dat óók universiteitstudenten het informatievaardighedenverhaal vaak helemaal niet willen horen of denken het allemaal al te weten. Dat vergt een goede didactische aanpak.

Het ochtendprogramma stond in het teken van directe instructie en hoe de bibliotheek van de Erasmus Universiteit dit inzet. Belangrijk bij deze methode is dat je vooraf alleen het hoognodige vertelt, dat instructie en oefeningen worden afgewisseld en dat alle studenten actief worden betrokken. Ik vraag me af of ik aan dit model voldoe; weliswaar is mijn presentatie beknopt en redelijk to-the-point, maar daarna gaan de studenten zelfstandig aan de slag met de online workshop. Daar zit wel weer heel veel extra instructie in, maar de groep krijg je niet meer bij elkaar zodat verdere interactie kansloos wordt. Afwisselen met activerende werkvormen is wenselijk, maar hoe ik dat in een workshop van twee uur zou moeten doen, daar ben ik nog niet uit. Maar toch, het idee is interessant.

Na de lunch, waarbij opvallend genoeg de boter pas werd uitgedeeld toen de eerste broodjes al belegd en verorberd waren, was er een Prezi-demonstratie door Renske Jongbloed. Renske is niet alleen informatiespecialist bij de EUR maar ook grafisch ontwerper en dat zie je aan haar Prezis; geen overdaad aan draaieffecten maar een overzichtelijke structuur waarop wordt ingezoomd. Fraai, maar niet iedereen heeft haar grafische inzicht en/of het talent om een structuur zo weer te geven. Ik in elk geval niet, eigenlijk dé reden waarom ik zelf bij Prezi ben afgehaakt; een Powerpoint kun je nog gaandeweg opbouwen, maar een Prezi moet je eigenlijk al in je hoofd hebben. Een mindmap zou een goed uitgangspunt kunnen zijn zodat je de structuur helder hebt voordat je inlogt op Prezi. Zomaar een goeie tip uit het publiek.

Vervolgens vertelden Bert Huizing en Annet Kranenborg van de Rijksuniversiteit Groningen over LibGuides. Dat is een content managing systeem speciaal voor bibliotheken waarin de bibliotheek van de RUG voor elk vakgebied een pagina maakt met een overzicht van de belangrijkste databanken en andere elektronische bronnen. Een soort startpagina's, zeg maar. Of vakinhoudelijke visitekaartjes, zoals ze ook wel werden genoemd. Nou ja, kijk zelf maar. Het programma zou ook voor Fontys een mooi alternatief kunnen vormen voor de huidige wiki, maar ik vrees dat de verdeel-en-heerspolitiek die al jaren heerst te ver is doorgevoerd om nog met een gezamenlijk gezicht naar buiten te treden. Wat het programma kost mochten de dame en heer ons helaas niet vertellen. Hoe dan ook, een mogelijke bron van inspiratie. Dat geldt ook voor de bibliotheekinsstructies van de RUG; kijk toch eens wat een maatwerk!

Na dit onderdeel kwam Renske terug om een tipje van de sluier op te lichten over het AXES-project, een vierjarig onderzoek naar het academisch gebruik van zoekmachines en databanken, met als doel gereedschappen te ontwikkelen voor het zoeken in audiovisuele databanken. Veel mocht Renske er nog niet over vertellen, maar uit het onderzoek is in elk geval gebleken dat ook onderzoekers liever algemenere bronnen gebruiken dan vakspecifieke databanken, en dat Google ook hier dominant is. Binnenkort vertelt ze er meer over in Informatie Professional.

Al met al een lange maar inspirerende dag. En dan heb ik een deel van het programma niet eens genoemd.